Flottblog 2 – Mag u aan zzp’ers een concurrentiebeding opleggen?

Uitzendbureaus en intermediairs opgelet: wellicht kunt u zzp'ers in de toekomst aan (concurrentie)banden leggen. In principe geldt voor uitgezonden arbeidskrachten een zogeheten belemmeringsverbod: zij moeten vrijelijk bij inleners in dienst kunnen treden. In een arrest dat onlangs is gewezen oordeelde de Hoge Raad over dit verbod. De vraag die voorlag was of het belemmeringsverbod ook geldt voor werkenden die op een andere basis werkzaam zijn dan als werknemer.

De wettelijke regeling: het belemmeringsverbod

De wet wil voorkomen dat uitgezonden/gepayrolld/gedetacheerd personeel wordt belemmerd in het accepteren van een arbeidsovereenkomst bij de onderneming waar zij zijn ‘ingeleend’:

Artikel 9a Waadi:

  1. Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt legt geen belemmeringen in de weg voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de ter beschikking gestelde arbeidskracht en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld.

  2. Elk beding in strijd met het eerste lid is nietig, met uitzondering van een beding op grond waarvan door degene aan wie de arbeidskracht ter beschikking is gesteld een redelijke vergoeding verschuldigd is aan degene die de arbeidskracht ter beschikking heeft gesteld voor de door deze verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving of opleiding van de desbetreffende arbeidskracht.

Dit verbod betekent dus simpelweg dat men arbeidskrachten niet mag belemmeren rechtstreeks in dienst te treden c.q. te werken bij de inlener.

Op 20 mei 2022 oordeelde de Hoge Raad over de reikwijdte van dit artikel 9a Waadi. De rechtsvraag was of opdrachtnemers/zzp’ers (dus: geen werknemers) die worden bemiddeld door een uitzender/detacheerder zonder voorbehoud onder het bereik van artikel 9a Waadi vallen. De Hoge Raad overwoog dat dit artikel voortvloeit uit de Uitzendrichtlijn en dat een “uitzendkracht” in de zin van die richtlijn iedere persoon is die een werknemer is met een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding met een uitzendbureau, en die arbeid verricht onder leiding en toezicht van de inlener.

Kortom: een zzp’er kán hieronder vallen indien deze een vergoeding krijgt voor werk dat hij “onder leiding en toezicht” van de inlenende onderneming(en) verricht. Niet elke zzp’er zal hieronder vallen, maar het is onze inschatting dat dat voor veel zzp’ers in Nederland wél geldt. Dit is een toets doe men voor elk geval moet aanleggen.

Het hof had volgens de Hoge Raad ten onrechte niet onderzocht of aan de gestelde eisen in het kader van de Uitzendrichtlijn was voldaan. Een ander hof dient nu te onderzoeken of de zzp'er als arbeidskracht kan worden gekwalificeerd en daarmee een beroep kan doen op het belemmeringsverbod.

Wat Flott voor u kan betekenen

Deze uitspraak betekent dat u wellicht in de toekomst met een zzp’er een concurrentie- en/of relatiebeding kunt overeenkomen. Veel hangt af van de afspraken met de inlener en de feitelijke werkzaamheden die daar worden verricht. Wilt u uw arbeidsovereenkomsten of een overeenkomst van opdracht laten reviewen of hebt u een dergelijk contract nodig? Neem contact met ons op. Wij staan voor u klaar.

Vorige
Vorige

Flottblog 3 – Een loonsanctie én een transitievergoeding van het UWV

Volgende
Volgende

Flottblog 1 – De krappe arbeidsmarkt en het concurrentiebeding